Gebroeders Miedema

foto: Frederik van Sluijs

Toelichting

De Gebroeders Miedema en de herkomst van hun fabeldieren

Uit familieverhalen weet ik dat Griffioenen zich over de hele wereld verspreid hebben. Zou dit avontuurlijke sprookjesdier ook koers naar Japan hebben gezet om een rol te gaan spelen in een mythisch volksverhaal? Ik dacht even deze grijpvogel met zijn machtige vleugels bij de Japanse fabeldieren terug te zien, maar het bleek om een demonische neef te gaan.
De fabeldieren van de Gebroeders Miedema komen niet zomaar uit de lucht vallen. Harry Hessel en Peter trekken al geruime tijd met zulke schepsels op. Ze verschijnen voor hun geestesoog en komen terecht op het tekenvel alwaar ze hun definitieve setting krijgen in een veelal zonderling landschap. Ik zag fantastische wezens, geschapen uit een combinatie van mensen, dieren en vreemde organismen. In die wereld geen body shaming! Elk Miedema- schepsel is uniek en ziet er buitengewoon uit. Ze lijken zelfs niet op de oude bekende fantasiedieren die we kennen uit oude boeken.

  • De oorsprong van de karakteristieke Miedema-schepsels ligt heel wat jaren terug. Hun gevoel voor mythe en mysterie lijkt van kindsbeen af in hun bloed te zitten. Of het nu komt door het bijzondere natuurgebied bij Steenwijk waar de broers hun jeugd doorbrachten? Verleden als bron vol kinderdromen merken ze zelf op.
    Het moerassige laagveen en de oeroude stuwwallen met grote zwerfstenen in de aarde, boden een rijk speelveld voor de fantasievolle gevoelige broers.
    Of werd hun kinderbrein gevoed door het dagelijkse voorlezen uit de bijbel door vader Miedema? Bijbelse verhalen zitten vol met mythologische verwijzingen. Oude fabels over de oorsprong van de wereld met heftige natuurverschijnselen als teken van god. Verhalen over de eeuwigdurende strijd tussen goed en kwaad, over de macht van goden en demonische dynamiek. En altijd spelen fabeldieren er een magische rol. Het kan niet anders of al deze vroege indrukken moeten van invloed zijn op de kunst van de broers Fabels zijn mythische sprookjes waarin doorgaans praktische zedenlessen zijn verwerkt. Fabeldieren zijn hierin belangrijk omdat deze schepsels als halfgoden boven de mens uit torenen en hem makkelijk de les kunnen lezen. Maar mythes en fabelwezens zijn aan de fantasie ontsproten. Ze bestaan niet echt. Hoe merkwaardig is het dan dat hele volkeren zich in angst en aanbidding overleveren aan deze zelfgeschapen mythes?

    Hessel schreef me dat hij het eng vond om het fabeldier te tekenen met het Japanse
    karakter voor dood op zijn buik. Het is toch een demon met een vervloeking. Ook al heb ik hem zelf verzonnen.
    Zou het uiterlijke van een fabeldier in verband staan met zijn rol in een verhaal? Een uit de wind gevormd fabeldier kan weinig uitrichten op de zeebodem. Daar zullen wezens met visachtige kenmerken de dienst uitmaken.
    Maar ze worden ook cultureel bepaald. Een Aziatische draak ziet er anders uit dan een
    West-Europese. Ook hun reputatie verschilt. In Europa worden ze gezien als angstaanjagende duivelsdienaren die watertanden bij de gedachte aan een brokje mensenvlees. In het Oosten is iedereen blij met een draak. Hij straalt geluk en wijsheid uit. Maar hij kan dan weer niet vuurspuwen.
    Hoe ze er ook uit mogen zien, fabeldieren zijn nooit saai. Waarschijnlijk ligt dat vooral aan hun enerverende uiterlijk. Echter één ding is zeker; deze creaturen in het echt tegenkomen is uitgesloten!
    Desondanks bestaan er in boeken en encyclopedieën afbeeldingen en beschrijvingen van deze dierachtige schepsels. In de eerste eeuw van onze jaartelling besteedde de Romeinse geleerde Plinius de Oudere er al aandacht aan. Zijn Naturalis Historia bevat onder meer wellustige bosgeesten uit de Griekse mythologie.
    De Physiologus, die naar men aanneemt in de 3e of 4e eeuw in Alexandrië is ontstaan,
    bevat verhalen waarin dieren het goede en het kwade verzinnebeelden. In middeleeuwse bewerkingen werden wonderwezens toegevoegd zoals de eenhoorn, de hydra en de draak. Later verschenen er bestiaria waarin bestaande en denkbeeldige dieren, planten, stenen en fabelachtige mensenrassen werden besproken.
    Maar de opsomming van fabeldieren lijkt nooit compleet. Zolang de mens verbeeldingskracht bezit zal hij nieuwe exemplaren op de wereld zetten. Nieuwe karakters met een bij tijd en techniek passend uiterlijk. Veel daarvan zijn nog steeds gebaseerd op oude mythologische wezens. Ze bevolken games, (strip)verhalen en films en hebben daarbij niets aan magische kracht ingeboet. Kijk maar naar het internationale succes van de Pokémon-serie waarin de figuurtjes hun oorsprong vinden in de fantastische wezens uit de Japanse mythologie. Ook in verhalen van Disney, Tolkien en Harry Potter speelt de oude mythologie een belangrijke rol.

    Tekstfragment uit: Paul van den Akker en Claar Griffioen,‘Japanse fabeldieren van de gebroeders miedema’tentoonstellings catalogus ‘Japanse fabels door de gebroeders Miedema’,japanmuseum sieboldhuis (leiden2023),pp.185-195.

We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we ervan uit dat je ermee instemt.