Het Parool. Rob Regeer. 26 januari 2021.
26-01-2021
Voor kluizenaars is dit geen vreemde tijd
Door Maarten Moll
Voor kluizenaars lijkt het niet echt een vreemde tijd.
Voor kluizenaar Rob Regeer is het een parttime vreemde tijd. Hij mist de sociale contacten, het museumbezoek, de gang naar de bioscoop, de concerten, de wandelvakanties in de bergen. Dat gewone, nu vervreemde leven, laat hij achter zich als hij in de ruimte is die hij huurt in een oud Amsterdams schoolgebouw vlak bij Park Frankendael.
Zijn atelier.
Regeer is kunstenaar (naast een baan in de zorg). Ik heb thuis twee schilderijen van hem hangen: Landschap (2011) en Landschap (2015).
Ik was bij de parttime heremiet op bezoek in zijn atelier. Overal in bubbeltjesplastic verpakte werken en met schilderijen behangen wanden. Op de grond een plaat met kleine huisjes.
Drukker dan gewoonlijk, productiever dan ooit.
Maar de beperkte bewegingsvrijheid, zeg maar de buitenwereld, dringt toch door in zijn cocon.
In zijn verlangen naar het onbegrensde trok hij zich terug op zijn geliefde berg: de 2334 meter hoge Kellerjoch in de Oostenrijkse Alpen.
Alleen haalde hij in dat hunkeren de berg naar Amsterdam, sleepte hem zijn atelier in. Hij ging, noodgedwongen, imaginair op reis, zoals hij het noemt.
Hij had ooit de Kellerjochse berghut waar hij bivakkeerde gefotografeerd. Aan de hand van die foto, en zijn herinneringen, begon hij te schilderen.
“Door de hut te schilderen was ik er,” zei hij.
Het resulteerde in een schitterende wand met 24 kleine schilderijen. “Steeds dezelfde compositie, zoals je ziet, de hut in silhouet. Alleen in wisselende weersomstandigheden.”
Kellerjoch, 24 hours, heet het project. Een 24-luik van schilderijen van 30×40 centimeter.
Een bedwelmend aanzicht, als je er zo voor staat. (Ga bij hem op atelierbezoek!)
Maar schilderen was niet genoeg. Regeer bouwde de hut ook na, in het klein, van hout. “Door de hut na te bouwen, kon ik de plek ook aanraken. Dat fysieke had ik nodig.”
Het atelier werd ook de berghut.
Een obsessieve, dubbele vorm van escapisme?
“Hmmm,” zei de superkluizenaar.
Na het 24-luik droomde hij verder, over andere plekken waar je je terug kunt trekken ter bezinning op de huidige wereld. Werelden van verlangen. Het werden landschappen met huizen. Vaak ver weg, de huizen verstopt in het bos.
Het is verleidelijk te zeggen dat hij, als de ultieme kunstenaar, verdwijnt in zijn eigen werk, dat hij zich voorgoed terugtrekt in zijn berghut.
Maar zo poëtisch is het kunstenaarschap nu ook weer niet.
Aan het einde van de dag schudt hij de kluizenaarshuid van zich af.
“Ik ga straks gewoon weer naar buiten, hoor,” zegt parttime mens Rob Regeer. “Lekker een stuk hardlopen.”
En dan blijft de berghut binnen. Maar hij kan er altijd naar terug.
Een aanlokkelijke gedachte.