marjolijn mandersloot
Toelichting
Je gelooft je ogen niet. Pas als je ze betast weet je het zeker. Allemaal loodzware beelden, die er toch zacht en flexibel uitzien. Vriendelijk, zelfs als het roofdieren zijn. Beetje sullig soms. Aandoenlijk.
Van Wezel: ‘Het imperfecte vinden we mooi. We zien die beesten als metafoor. Wij maken beesten met menselijke trekjes.’
Mandersloot: ‘Er zijn echte animaliers, die proberen de aard van een dier in een beeld te vatten, en je hebt ook beeldhouwers die heel goed mensen kunnen weergeven, portretten of figuren. Maar voor ons is het spannender om het menselijke via de omweg van het dier te zeggen. Die omweg veroorzaakt vervreemding of verwondering. En je ziet natuurlijk ook altijd iets van jezelf in zo’n beest. Zo simpel is het. Je drukt met zo’n beeld ook iets van jezelf uit. Misschien dat we daarom zo’n voorkeur voor slappe zakken hebben.’
Gijsbert van der Wal